Naam: van Berkom
Voornamen: Antonius Johannes
Roepnaam: –
Geboortedatum: 31-03-1923
Geboorteplaats: Roermond
Wonende: Eiermarkt 10 te Roermond
Rang / Beroep: Fabrieksarbeider
Identiteitsplaatje: –
Eenheid: Waffen SS
Overlijdensdatum: 27-07-1945
Overlijdensplaats: Neerkant
Doodsoorzaak: ten gevolge van een landmijnexplosie
Begraafplaats: Duitse militaire Begraafplaats te Ysselsteyn
Gedenkplaats: –

Overige informatie:

Graflocatie: Vak AL Rij 4 Graf 81

Zoon van Franciscus van Berkom en Paulina van Gorek.

Antonius Johannes van Berkom vertrok in juli 1940 vrijwillig naar Duitsland om daar te gaan werken in een Pannenfabriek in Brüggen, net over de grens bij Swalmen. In juli 1943 nam Antonius Johannes van Berkom ontslag bij zijn werkgever om zich aan te melden bij de Duitse Kriegsmarine, hij verklaarde later om zo te proberen om naar Engeland te vluchten maar mogelijk werd hij gemotiveerd door de korte propagandafilms waarin jonge Nederlanders werden opgeroepen dienst te nemen bij de Duitse Kriegsmarine. Waarom hij na twee weken de Duitse Kriegsmarine moest verlaten met de voorwaarden om zich bij de Organisation Todt te melden is vooralsnog onduidelijk maar via het arbeidsbureau kwam hij terecht in Vlodrop waar hij voor de Duitse Wehrmacht is gaan werken. Op 02-05-1944 meldde Antonius Johannes van Berkom zich als vrijwilliger voor de Waffen-SS waar hij, na een opleiding van enkele weken, een 20mm Flak (Flugabwehrkanone) oftewel luchtafweergeschut bediende. Na enkele maanden deserteerde Antonius Johannes van Berkom de Waffen-SS, ergens in 1945 werd hij uiteindelijk gearresteerd en kwam in het voormalige concentratiekamp in Vught terecht, daar werden Duitsers, collaborateurs en oorlogsmisdadigers geïnterneerd.

Door de zware gevechten en tijdens de vlucht van de Duitsers en de opmars van de geallieerden is er veel munitie achtergelaten, daarom was het mogelijk dat er nog veel niet ontplofte munitie in de bodem aanwezig was. In de Neerkant lagen ook diverse “Schrapnellmine” oftewel S-mijnen die, zodra geactiveerd in de lucht springen en ontploffen ter hoogte van de heup terwijl er allerlei scherpe stukken staal in alle richtingen uitvliegen.

Er lagen zoveel mijnen in de Peel dat het select groepje mijnenruimers nog jaren nodig zou hebben om die te ruimen. In Vught zaten in het voormalige concentratiekamp Duitsers, collaborateurs en oorlogsmisdadigers geïnterneerd en omdat er zoveel mijnen in de Peel lagen werden daar vrijwilligers gevraagd voor het gevaarlijke werk in de Peel.

Ook Antonius Johannes van Berkom melde zich als vrijwilliger en na een korte opleiding werd hij met andere Nederlandse SS’ers, door kampbewakers van kamp Vught, iedere dag van Vught naar Deurne gebracht. Over deze bewakers had Sergeant Jean Dirven, één van de leidinggevende van de groep mijnenruimers, geen goed woord over. Jean Dirven kwam er achter dat de bewakers van het kamp hun gevangenen op de terugreis ’s avonds in Helmond op de Markt van de wagens haalden en ze tot vermaak van de toeschouwers over het plein lieten huppelen en andere gymnastische oefeningen lieten doen. Daarnaast kregen de SS’ers in het kamp meer slaag dan eten, het kwam zelfs voor dat er tijdens het mijnenruimen twee flauw vielen. Later vernam Jean Dirven dat de SS’ers ’s morgens een stukje brood kregen en daar moesten ze het de hele dag mee doen, ze vielen dus flauw van de honger. Jean Dirven wist de burgemeester van Deurne ervan te overtuigen dat hij zo niet verder kon werken, want als er iemand op het verkeerde ogenblik op een mijn trapte konden er meerdere ruimers sterven. Voortaan kon Jean Dirven op kosten van de gemeente Deurne voor iedere ruimer een half brood halen bij bakker Schiks in de Stationsstraat.

Normaal werkten de mijnenruimers twee aan twee naast elkaar en het volgende paar volgde op een afstand van een meter of tien. Er werd op toegezien dat er overlappend geprikt werd. Achter de woning van Sjaak Mennen, N108 in Neerkant, werd even de veiligheid uit het oog verloren en stonden de mijnenruimers met een groepje te dicht bij elkaar. Ze zouden van plan zijn geweest fruit van de fruitbomen te plukken en daarbij werd op een mijn getrapt. Drie SS’ers waaronder Antonius Johannes van Berkom, Cornelius van Koolwijk en Hubertus Verheijden werden hierbij gedood. Een Nederlandse soldaat Herman Schutte, collega van Jean Dirven, liep nog een paar passen… zei iets en viel dood neer. Hij had een klein wondje midden op zijn borst, een scherf had hem in zijn hart geraakt.

Antonius Johannes van Berkom werd begraven op de begraafplaats bij het voormalige concentratiekamp te Vught, Vak A Rij 3 Graf 46, vanwaar hij op 17-06-1968 werd herbegraven naar de Duitse Militaire Begraafplaats te Ysselsteyn.

Een rapport van overbrenging met identificatiegegevens, opgemaakt door de Dienst Identificatie en Berging, is eventueel ter inzage beschikbaar bij de auteur.

Overlijdensregister

Nederlandse SS’ers uit kamp Vucht bij het mijnenprikken, waarschijnlijk ergens op de Schans in de Neerkant. Ze worden bewaakt door Nederlandse Militairen.

Beneden een foto van een Sprengmine. Een van de vele soorten mijnen die in de Peel geruimd werden.

Rapport door Kapitein J.T. de Koningh

Sergeant Jean Dirven