Naam: Langton
Voornamen: Fred Seddon
Roepnaam: Fred
Geboortedatum: 25-06-1921
Geboorteplaats: 43 Ash Street Southport
Wonende: Duke Street, Southport
Rang / Beroep: Sergeant (Air Gnr.)
Identiteitsplaatje: 1043747
Eenheid: Royal Air Force Volunteer Reserve, 50 Sqdn
Overlijdensdatum: 21-02-1945
Overlijdensplaats: Helenaveen
Doodsoorzaak: ten gevolge van een vliegtuigcrash
Begraafplaats: Overloon War Cemetery
GedenkplaatsDuke Street Cemetery (Verenigd Koninkrijk)

.
Overige informatie

Graflocatie: II. B. 2.

23 jaar. Zoon van Ernest Langton en Hannah Langton-Rimmer uit Southport, Lancashire.

Fred Seddon Langton had zich aangemeld bij de RAFVR bij No. 3 Recruits Centre in Padgate, Lancashire, op 15 maart 1941, maar hij werd pas in september van dat jaar opgeroepen om te dienen. Op 16 september 1941 werd hij ingedeeld bij No. 10 (Signals) Recruits Centre in Blackpool, en daarna bij de Parachute & Cable Establishment in Denham, Uxbridge, op 26 november 1941. Van daaruit werd hij op 14 maart 1942 toegewezen aan No. 65 Maintenance Unit, Fred Edlin’s Garage, Blaby Wharf, Leicester, waar hij tot 22 juni 1943 bleef, afgezien van een tijdelijke stage van twee weken bij No. 7 Radio School in Londen. Vervolgens ging hij naar No. 80 Maintenance Unit in Escrick, Yorkshire, waar hij tot 25 oktober 1943 verbleef. Tijdens zijn verblijf in Escrick bracht hij een dag door bij de Aviation Candidates’ Selection Board in Doncaster.

Dit zette hem waarschijnlijk op het juiste spoor om over te stappen van onderhoud naar Air Crew, want na zijn vertrek uit Escrick werd hij eerst ingedeeld bij No. 3 Air Crew Reception Centre, Regent’s Park, Londen, snel gevolgd door No. 14 Initial Training Wing in Bridlington, Yorkshire, op 13 november 1943. Daarna ging hij naar de Elementary Air Gunners’ School in Bridgnorth, Shropshire, op 8 januari 1944, en vervolgens naar No. 8 Air Gunners’ School in Evanton, Ross & Cromarty, Schotland, op 26 februari 1944. Op 16 mei 1944 werd hij toegewezen aan No. 4 Operational Training Unit in Alness, Ross & Cromarty, Schotland, voordat hij naar No. 14 Operational Training Unit in Market Harborough, Leicestershire, ging. Van daaruit werd hij op 23 augustus 1944 toegewezen aan No. 51 Base op RAF Swinderby in Lincolnshire, hoewel hij onmiddellijk voor een korte periode naar No. 5 Group Air Crew School (een Lancaster Finishing School) werd gestuurd.

Op 2 november 1944 werd hij geplaatst bij No. 50 Squadron op RAF Skellingthorpe in Lincolnshire, samen met de rest van de bemanning waarmee hij op de fatale nacht vloog.

Op die avond stegen ze om 17:02 uur op van RAF Skellingthorpe in een Avro Lancaster I (VN-X) met serienummer LL741, die de naam ‘Expectant’ droeg. Dit was een Mark 1 die in 1943 aan 50 Squadron werd geleverd en in 1945 al 92 operaties had voltooid. Ze vlogen met ongeveer 165 Lancasters en 12 Mosquito’s om te proberen het Mittellandkanaal bij Gravenhorst open te breken. De missie was succesvol, met rapporten dat het doel volledig onbruikbaar was gemaakt. Er gingen echter 13 Lancasters verloren, waarbij 53 bemanningsleden omkwamen, 19 krijgsgevangen werden gemaakt en 11 ontsnapten.

LL741 slaagde erin om om 20:37 uur veertien 1.000 pond bommen boven vijandelijk gebied te laten vallen vanaf een hoogte van ongeveer 10.000 voet. Tijdens het bombardement werd het geraakt, vermoedelijk door flak. Volgens getuigen werkten echter alle vier de motoren nog toen de Lancaster aan zijn terugreis begon.

Om ongeveer 09:15 uur, toen het vliegtuig Deurne naderde op 7.000 voet, werd het aangevallen door een Duitse nachtjager, vermoedelijk Hauptmann Heinz Rokker van 2./NJG2 (Nachtjagdgeschwader 2).

Peter Gordon Anderson beval de bemanning het vliegtuig te verlaten. Denys Lewis liep naar het voorste noodluik toen hij zag dat Denis Alphonsus McCauley zich ook klaarmaakte om te springen. Beide bemanningsleden verlieten het vliegtuig, maar het bleek dat Denis Alphonsus McCauley’s parachute in brand stond, waardoor hij dood neerviel. De rest van de bemanning, inclusief Fred Seddon langton, slaagde er niet in om uit het vliegtuig te ontsnappen en kwam om toen het neerstortte. Denys Lewis verwondde zijn rechterbeen bij de landing en bracht de nacht door gewikkeld in zijn parachute in een poging te slapen. Hij werd gevonden door twee Nederlandse soldaten, omdat hij in het al bevrijde deel van Nederland was geland. Hij keerde terug naar Engeland en nam in april 1945 weer deel aan operaties.

In de ochtend van 22 februari 1945 werden reddings- en bergingseenheden, bestaande uit leden van het grondpersoneel (vrijwilligers), eropuit gestuurd om te zoeken naar drie Lancaster-bommenwerpers die de vorige nacht in het gebied waren neergestort. Ze vonden de resten van LL741 in Helenaveen, de wrakken van de andere twee lancaster-bommenwerpers in Weert en Ysselsteyn. Acht lichamen van de drie gevonden wrakken werden de volgende dag met militaire eer begraven op de begraafplaats “de Oude Toren” in Woensel, waaronder Fred Seddon Langton en Denis Alphonsus McCauley. Op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Groesbeek werden begraven Roy CampbellPeter Gordon AndersonWard Rex Southcott. Een dag later, op 24 februari, werd het lichaam van Donald Alexander McFayden geborgen. Hij werd op 27 februari eveneens begraven op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Groesbeek.

In 1947 werden de lichamen van Fred Seddon Langton en Denis Alphonsus McCauley herbegraven op Overloon War Cemetery.

Hauptmann Heinz Rokker