Jan Bremer

Overige informatie

Zoon van Aaldert Bremer en Antje Prijs, weduwe Geertruida Prijs.

Graflocatie: Vak G / Graf 28

Op zondag 8 oktober 1944, tijdens de Mis van 7.00 uur, omsingelen Duitse parachutisten (Fallschirmjäger) de twee Rijkswerkkampen I en II in Mariaveen. De mensen worden tijdens de Mis uit de kapel naar buiten gedreven. De Duitsers zetten de wegen af en doorzoeken de kerk en alle huizen. Alle mannen en jongens worden bijeen gedreven en afgevoerd in een lange, trieste karavaan. Zonder eten en drinken, zonder extra kleding. Sommige zijn nog in nachtkleding. Volgens de Duitsers moeten ze gaan werken in Maasbree of Helden maar in werkelijkheid worden ze naar Duitsland gedeporteerd voor tewerkstelling (Arbeitseinsatz).

Jan Bremer kwam terecht in een Gestapo Sonderlager, ‘Arbeitserziehungslager Hallendorf’ ook wel Lager 21 genoemd. In dit werkopvoedingskamp binnen de Hermann Göring Werke werden vele gevangenen tewerkgesteld in de zogenaamde “Schlacke-Drütte“, hier werd voornamelijk en zonder beschermende kleding nog gloeiende slak uit de hoogovens kapotgeslagen en verladen. Jan Bremer overleed enkele maanden later, op 22-03-1945 om 16:15, officiële doodsoorzaak ‘Herz- und Kreislaufschwäche’ oftewel door totale verzwakking, hij werd op 27-03-1945 begraven op de begraafplaats Jammertal, grafveld VII (rij 2 grafnummer E). Op 18-12-1953 werd zijn stoffelijk overschot herbegraven naar het Nederlands ereveld te Hannover.

Jan Bremer en Geertruida Prijs

Friedhofskarteikarte

Sterbeurkunde